Herziening ‘in rechte vaststaand’ besluit

17 augustus 2023 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Soms gebeurt het wel eens dat er geen bezwaar en/of beroep meer openstaat tegen een besluit van het UWV. In dat geval staat de beslissing over bijvoorbeeld een WIA-uitkering ‘in rechte vast’ (ook wel formele rechtskracht genoemd). De redenen waarom een verzekerde (of belanghebbende) geen gebruik heeft gemaakt van bezwaar en/of beroep kunnen uiteenlopend zijn. Soms is het bijvoorbeeld zo dat er achteraf pas informatie bekend wordt die relevant is voor het besluit en die tijdens de bezwaar- of beroepstermijn nog niet bekend was. 

Kun je in een dergelijk geval helemaal niets meer doen tegen een besluit dat ‘in rechte vaststaat’?

Jawel, dat kan. Het is mogelijk om het UWV te vragen een beslissing te herzien. Deze mogelijkheid is geregeld in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht. Aan herziening worden wel strenge eisen gesteld. Dat ondervond ook de verzekerde in deze kwestie (ECLI:NL:CRVB:2023:1540).

Wat speelde er?

De verzekerde heeft een tijdje via een uitzendovereenkomst werkzaamheden bij de Hema verricht en heeft - nadat de uitzendovereenkomst is geëindigd - een WW-uitkering van het UWV ontvangen en heeft zich vervolgens ziekgemeld op 4 maart 2013. Het UWV heeft bij beslissing van 4 april 2013 de verzekerde per 8 april 2013 hersteld verklaard. De verzekerde is het daar niet mee eens en stelt tevergeefs bezwaar, beroep en hoger beroep in tegen de hersteldverklaring van het UWV.

De verzekerde laat het er niet bij zitten en heeft op 19 juli 2021, 8 jaar later (!), het UWV verzocht om herziening van de hersteldverklaring van het UWV. Zowel het UWV als de rechtbank wijzen het herzieningsverzoek af, omdat zij het verzoek niet heeft onderbouwd met argumenten en bewijsstukken. Met andere woorden: niet is gebleken dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn om het besluit uit 2013 te herzien.

Pas bij de Raad komt de verzekerde met medische stukken die zouden moeten onderbouwen dat de hersteldverklaring per 8 april 2013 onjuist is.

Wat vindt de Raad daarvan? 

De Raad moet toetsen of de bestuursrechter aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden of het UWV zich terecht, zorgvuldig voorbereid en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. Als het bestreden besluit die toets doorstaat, dan kan de bestuursrechter niettemin aan de hand van wat de rechtszoekende heeft aangevoerd tot het oordeel komen dat het bestreden besluit evident onredelijk is.

Daarbij herhaalt de Raad dat onder nieuw gebleken feiten en veranderde omstandigheden verstaand wordt: feiten of omstandigheden die ná het eerdere besluit zijn voorgevallen, dan wel feiten of omstandigheden die weliswaar vóór het eerdere besluit zijn voorgevallen, maar die niet vóór dat besluit konden worden aangevoerd. Nieuw gebleken feiten zijn ook bewijsstukken van al eerder gestelde feiten of omstandigheden, als deze bewijsstukken niet eerder konden worden overgelegd.

De Raad oordeelt echter dat wat de verzekerde in hoger beroep heeft aangevoerd, in essentie een herhaling is van de gronden die zij in beroep naar voren heeft gebracht. De rechtbank heeft daarom terecht geoordeeld dat niet is gebleken van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden, nu de verzekerde tot op dat moment geen enkel medisch stuk heeft overgelegd. Volgens vaste rechtspraak van deze Raad kunnen in een geval als dit, de in (hoger) beroep ingebrachte stukken niet bij de beoordeling in (hoger) beroep worden betrokken. Deze stukken waren immers voorafgaand aan het besluit op bezwaar niet bekend bij het UWV. Dus vist de verzekerde achter het net: geen herziening van de herstelverklaring per 8 april 2013.

De slotsom is: herziening van een vaststaand besluit is mogelijk, maar dan moet wel in de bezwaar- of de beroepsfase de relevante informatie worden overgelegd! Mocht het voorkomen dat er geen bezwaar of beroep meer openstaat tegen een beslissing over een Ziektewet- of WIA-uitkering, dan is een herzieningsverzoek mogelijk. Het moet dan wel gaan om nieuwe feiten en of veranderde omstandigheden én die onderbouwing moet bij het UWV bekend zijn voorafgaand aan het besluit op bezwaar.

Gerelateerde artikelen